Onvoorwaardelijk, maar wel (bege)leiden

Het is belangrijk dat de persoon de relatie als onvoorwaardelijk ervaart. Dat wil vooral zeggen dat hij zich onvoorwaardelijk veilig en geliefd moet voelen in de relatie. Onvoorwaardelijk betekent niet dat alles wat de persoon doet goed is, maar dat onze liefdevolle gevoelens en de manier waarop we met hem omgaan niet beinvloed wordt door zijn gedrag. 

Onvoorwaardelijkheid is in de hulpverleningsrelatie vaak moeilijk in praktijk te brengen. In de Nederlandse cultuur zijn onvoorwaardelijk relaties met anderen niet gebruikelijk. Alleen ouders kennen de onvoorwaardelijke liefde en zorg voor hun kinderen. Zij zijn er voor hun kind, ongeacht wat het doet. Deze onvoorwaardelijkheid in de hulpverleningsrelatie ontwikkelen is niet alleen een kwestie van intentie. Het vergt training om niet op de voorwaardelijke gewoontepatronen van onze cultuur terug te vallen als iemand in onze ogen ongewenst gedrag vertoont.

Het belangrijkste bij onvoorwaardelijkheid zijn niet je intentie en vaardigheden,  maar hoe de persoon het ervaart. En dat kan best heel moeilijk zijn door wie de persoon is en door wat zijn levenslessen zijn. Je kan zelf misschien wel het onderscheid maken tussen het gedrag en de persoon en dus het gedrag afwijzen en niet de persoon. Maar de persoon zelf ervaart dit onderscheid waarschijnlijk niet. En misschien maak je dat onderscheid wel verstandelijk, maar laat je lichaamstaal iets anders zien. Onvoorwaardelijkheid moet echt zijn, zowel verstandelijk als gevoelsmatig.

Onvoorwaardelijk betekent echter niet dat alles goed is en dat alles mag. Als iemand niet goed voor zichzelf kan zorgen of de grenzen van anderen niet in acht neemt, moet je ervoor zorgen dat grenzen niet overschreden worden. Als de persoon geen interne locus of control heeft, ben jij de externe locus of control.

Gente teaching wil grensoverschrijdend gedrag voorkomen door de persoon te ondersteunen als hij stress ervaart en hem te helpen anders met zijn problemen om te gaan. En als voorkomen van verstorend gedrag niet lukt, dan leiden we de persoon af of weerhouden we hem van het gedrag zonder dat hij zich overheerst voelt. Op die manier kunnen we door goede begeleiding de persoon door moeilijke momenten leiden, zonder dat we hem hoeven te begrenzen door te zeggen: 'stop, tot zover en niet verder'.

Een begin van companionship is noodzakelijk om dit te laten slagen. Zonder dat begin, moet je misschien toch nog ingrijpen op een wijze die voor de persoon onprettig is. Het is niet anders. Niet begrenzen als iemand zich in zijn eigen onrust verliest en zichzelf of anderen schade toebrengt, heeft niets met gentle teaching te maken. Je moet soms accepteren dat het nog niet anders kan. Maar gelijktijdig kun je kijken hoe je companionship verder kunt ontwikkelen, zodat je daarmee de persoon daadwerkelijk verder kunt helpen.

Contactformulier

contact

Aanmelden @bulletin

 

Aanmelden cursus