Afdrukken

Korte omschrijving

Met name in de gehandicaptenzorg zijn nogal wat groepen waar het aanbieden van een vaste structuur centraal staat. Formeel of informeel worden deze groepen vaak ‘structuurgroepen’ genoemd.
In de praktijk worden onder de noemer van ‘structuur’ verschillende dingen verstaan:

Voorspelbare indeling van de dag.

Er wordt gezorgd voor een vaste en herkenbare structuur in de dag en soms ook in de week. Vaste activiteiten op vaste momenten. In veel gevallen wordt deze structuur ondersteund door middel van pictogrammen. Een dergelijke voorspelbaarheid mbt wat gaat gebeuren is voor veel mensen met bijzondere kwetsbaarheden belangrijk. Naarmate mensen minder kunnen vertrouwen op hun innerlijke kracht of op de ondersteunende aanwezigheid van anderen, ondervinden ze meer steun aan een voorspelbare indeling van het leven. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met autisme.

Voorspelbaarheid met betrekking tot regels een afspraken.

In veel groepen wordt gewerkt met regels en afspraken waar de cliënt zich aan moet houden. Als de client zich hier niet aan houdt, heeft dit voor hem doorgaans negatieve consequenties, variërend van vermanend toegesproken worden, het onthouden van iets prettigs of het krijgen van een staf. De regels kunnen vanuit verschillende motivatie worden ingesteld:

  • om de cliënt te leren zich sociaal aanvaardbaar de gedragen
  • om de client te leren zich aan waarden en normen te houden
  • om de leefbaarheid op de groep te bewaken
  • om de werksituatie voor de begeleiders overzichtelijk te houden.

Voorspelbaarheid in de houding van de begeleider.

Het is voor iedereen belangrijk om te weten wat hij aan een ander heeft. Naarmate je voor je dagelijkse leven meer afhankelijk van anderen bent, wordt deze voorspelbaarheid belangrijker. De begeleider moet daarom consequent zijn in de contacten met de client.
In de praktijk wordt dit vaak uitgelegd dat alle begeleiders in een team hetzelfde moeten handelen en dat, voor zover het om een individuele beslissing van een begeleider gaat, deze bij zijn eenmaal ingenomen standpunt moet blijven. 'nee is nee en ja is ja'.

Vergelijking met gentle teaching

Ook bij gentle teaching wordt ervan uitgegaan dat iedereen in bepaalde mate behoefte heeft aan structuur en duidelijkheid. De behoefte aan structuur is ook een van de acht basiswaarden die in het levenskwaliteitmodel van gentle teaching genoemd worden.

Vanuit het oogpunt van gentle teaching kan een structuur in de vorm van voorspelbaarheid in het dagprogramma belangrijk en ondersteunend zijn. Voorwaarde is dat het niet in de plaats wordt gesteld van warme en veilige menselijke aanwezigheid en dat er ruimte is om van de structuur af te wijken als de persoon daar behoefte aan heeft. Als een dagritme aan iemand wordt opgelegd terwijl dit verzet oproept, is het blijkbaar voor de persoon geen ondersteunende structuur.
Een structuur waarin bepaald wordt wat iemand wel of niet mag, werkt beknellend en disciplinerend, en is niet in de lijn van gentle teaching. Veel regels die gelden zijn niet ingesteld omdat de cliënten daar behoefte aan hebben, maar zijn een vertaling van maatschappelijke waarden en normen, instellingsbeleid of de behoefte van begeleiders om de werksituatie overzichtelijk en beheersbaar te maken.

Iedere regel die voor een andere geen positieve betekenis heeft en waar hij zich wellicht moeilijk aan kan houden, is een potentieel conflictpunt en kan relatievorming in de weg staan. Natuurlijk zijn er in iedere vorm van samenleving regels nodig om ertoe bij te dragen dat het samenleven voor iedereen prettig is. Maar als het voor iemand moeilijk is deze regels na te leven, leggen we vanuit de optiek van gentle teaching deze regels niet op, maar vinden we dat de begeleiding er verantwoordelijk voor is om de persoon op dat moment te ondersteunen.

Vanuit gentle teaching pleiten we ervoor om het aantal regels dat door cliënten als beknellend kan worden ervaren, tot een minimum te beperken. En als iemand dan niet in staat is zich aan een absoluut noodzakelijke regel te houden, zal de begeleider hem of haar moeten begrenzen. Dit hoeft door de cliënt niet als negatief ervaren te worden als dit gebeurt op basis van een vertrouwensrelatie. De begeleider heeft dan een natuurlijk gezag en hoeft geen gebruik te maken van macht. Deze vertrouwensrelatie moet nadrukkelijk ontwikkeld worden en hiervoor kunnen de principes en werkwijze van gentle teaching gehanteerd worden.

Bij de duidelijkheid door de begeleider, gaat het vooral om de gevoelsmatige eenduidigheid. Het is minder belangrijk dat ‘ja’ altijd ‘ja’ is en ‘nee’ altijd ‘nee’. Ook is de essentie niet dat alle begeleiders in een team op de zelfde wijze handelen naar de cliënt toe. De essentie is wel dat de begeleider consistent is in zijn gevoelsmatige houding t.o.v. de persoon en dat deze houding liefdevol en ondersteunend is. Voor veel mensen met bijzondere kwetsbaarheden, en vooral voor mensen met autisme, is het moeilijk te begrijpen waarom een begeleider de ene keer boos en geïrriteerd is en de andere keer vriendelijk en warm en waarom de relatie met de begeleider de ene keer als overheersend ervaren wordt en de andere keer als prettig. Met gentle teaching streven we ernaar om vooral in onze houding consequent te zijn. De belangrijkste aspecten van onze voorspelbaarheid zijn:

  • we gaan geen strijd aan met de cliënt
  • onze liefdevolle en ondersteunende houding is onvoorwaardelijk, dus ongeacht het gedrag van de persoon
  • als de ander onze hulp nodig heeft, kan hij op ons rekenen

Het is natuurlijk niet gemakkelijk om dit in de praktijk ook altijd waar te maken. Het vraagt daarom van de begeleider dat deze zich hier bewust in ontwikkelt. Zeker in het begin zal het best wel voorkomen dat de begeleider af en toe boos of teleurgesteld is en dit in zijn houding laat merken. Voor de cliënt zou het natuurlijk fijn zijn als dit niet zou gebeuren, maar het is de realiteit dat het af en toe zal gebeuren. Dat is geen enkele begeleider kwalijk te nemen. Dat betekent dus dat het moeilijk is om de cliënt de absolute zekerheid te beloven dat we altijd voorspelbaar in onze houding zullen zijn, maar we kunnen dit wel zoveel mogelijk benaderen.

Het is overigens een illusie dat een affectief neutrale benadering wel mogelijk is. Zolang de begeleider verschillende emoties beleeft in het contact met de cliënt, zal hij dit op de een of andere manier uitstralen en zal de cliënt dit opmerken. Het is daarom beter om nadrukkelijk te oefenen in het ontwikkelen van consistente liefdevolle gevoelens ten opzichte van de cliënt.