Afdrukken

Korte omschrijving

Liesbeth Mevissen heeft een goed uitwerkte methodiek beschreven die zich niet alleen richt op de cliënt, maar op het hele systeem rond de cliënt en op diens levenservaringen. Bij de verschillende stappen in de methodiek onderscheidt Mevissen telkens drie invalshoeken: de stap in de methodiek, de visie als onderbouwing en de aansluiting bij wat de ander als belangrijk ervaart.
De methode is gericht op het reduceren van probleemgedrag en als interventie-eenheden benoemt ze
1. de omgeving van de cliënt
2. het activiteitenaanbod
3. de interactiepatronen
4. de beeldvorming en beleving van belangrijke anderen
5. de persoon zelf
6. medicamenteuze ondersteuning
Mevissen hecht veel belang aan de relaties tussen de persoon en anderen in zijn omgeving. Hierbij maakt ze een onderscheid tussen mensen met wie sprake is van een vertrouwensrelatie en met anderen. Ze relateert de ontwikkeling en aard van deze relaties aan de sociaal emotionele ontwikkelingsfase van de persoon en verbindt hier ook handelingsstrategieën aan.
(Bron: Mevissen, ‘Kwetsbaar en afhankelijk’. 2005 ISBN: 978-90-6665-670-3)

Vergelijking met gentle teaching

Gentle teaching richt zich in de eerste drie dimensies vooral op de interactiepatronen, de beeldvorming en de persoon zelf die Mevissen als interactie-eenheden beschrijft en niet zozeer op de andere eenheden (al worden die in voorwaarden scheppende sfeer wel als belangrijk gezien)
De werkstructuur waarin de begeleider bij iedere stap gestimuleerd wordt na te denken over de onderbouwing op basis van een visie en over de mate waarin de stap aansluit bij wat de ander als belangrijk ervaart is erg belangrijk en sluit aan bij de bewustwording van het eigen handelen waarbij de cliënt het uitgangspunt is dat bij gentle teaching voorgestaan wordt. Mevissen maakt zelf geen expliciete keuze met betrekking tot de visie en als gentle teaching en de psychologie van wederzijdse afhankelijkheid in deze methodiek als referentiekader dienen zijn beide benaderingen complementair.
Het onderscheid dat Mevissen maakt tussen mensen met wie de ander een vertrouwensrelatie heeft en mensen met wie geen bijzondere vertrouwensrelatie heeft, komt overeen met de mensen met wie de persoon companionship ervaart en anderen in zijn omgeving. Mevissen beschrijft ten aanzien van de vertrouwensrelatie echter niet de wederkerigheid en de affectieve aspecten die bij gentle teaching in companionship wel essentieel worden gevonden.

Het schema dat Mevissen heeft uitgewerkt met betrekking tot de sociaal emotionele ontwikkeling is binnen gentle teaching goed bruikbaar.