Afdrukken

Drie goede principes

 

Doel

Leren voorkomen dat je vervelende ervaringen meeneemt gedurende de dag en dat dit je interacties gaat beïnvloeden en leidt tot mentale vermoeidheid.

 

Reden

Als we niet oppassen hollen we door van het ene moment in het andere en wat we in het ene moment meemaken, nemen we ook mee naar het andere. Bovendien hebben we de neiging vooral de vervelende ervaringen te onthouden, en de leuke te vergeten. We kunnen hierdoor geprikkeld reageren tegen iemand, omdat eerder een ander niet meewerkte. Omdat we alles meenemen, wordt de last die we meedragen in de loop van de dag ook steeds groter. Uiteindelijk kan dit leiden tot oververmoeidheid of een burn-out.

 

Oefening

De drie goede principes zijn

Goed in het begin betekent dat je, voor je ergens aan begint, of voor je een interactie aangaat met een persoon, je je hier goed op voorbereid. Deze voorbereiding bestaat uit:

Goed in het midden betekent dat je in het ‘hier en nu’ bent bij de persoon en dat je de aandacht op een goede manier verdeelt over de persoon, jezelf, de handelingen die je moet doen, en eventueel een licht gewaarzijn voor de verdere omgeving.

 

Goed aan het eind betekent dat je de interactie met de persoon goed afsluit. Deze afsluiting bestaat uit:

De oefening van de drie goede principes is een combinatieoefening waarin een aantal andere oefeningen terug komen. Het lijkt veel om te doen, maar als je enige ervaring hierin hebt, heb je voor het begin en het eind maar enkele seconden nodig: Even je pas inhouden als je naar iemand loopt, en niet direct al met je gedachten bij de volgende activiteit zijn als je nog bij de persoon bent.

 

Toepassing in de praktijk

Het is misschien  veel om dit voor iedere interactie gedurende een dag te doen. Je kunt de dag opknippen in logische delen: bijvoorbeeld het eerste deel van de ochtenddienst tot het ontbijt of de koffiepauze.

Als je een interactie aangaat met een persoon waarvan je kunt verwachten dat dit voor hem of voor jou spannen kan zijn, is het goed deze oefening ook voor de specifieke interactie te doen. Neem hier dan even de tijd voor. Bij ambulante begeleiding is het gemakkelijker; dan kun je de reistijd van de ene cliënt naar de andere benutten.