Respect voor grenzen

Ieder mens heeft grenzen. Dat geldt zowel voor de begeleiders als voor de mensen die begeleid worden. Deze grenzen dienen gerespecteerd te worden, maar dat betekent niet dat we ze ten alle tijden moeten laten zoals ze zijn.

Ieder mens heeft een fysieke of psychologische ruimte om zich heen nodig: een persoonlijk domein. Als dit domein hem niet gegeven wordt, als de grenzen ervan door anderen overschreden worden, kan hij zich onprettig gaan voelen. Het domein en bijbehorende grenzen kunnen vanuit twee dimensies bepaald worden: vanuit zelfbescherming of vanuit zelfontplooiing. 

Grenzen die bepaald worden door zelfbescherming zijn defensieve grenzen en de energie ervan is naar binnen gericht. Als de grenzen overschreden worden voelen we ons kwetsbaar en onzeker, en naar gelang de ernst van de overschrijding ook angstig. Zolang we niet leren met onze angsten om te gaan en zolang we niet leren dat het niet erg is om kwetsbaar te zijn, zullen we de neiging hebben deze grenzen verder te versterken en het domein te vergroten. Het wordt dan steeds moeilijker om onszelf te openen voor contact met anderen.

Grenzen die bepaald worden door zelfontplooiing zijn meer open grenzen en de energie ervan is naar buiten gericht. Als deze grenzen overschreden worden vinden we dat niet prettig omdat we ons in onze ontwikkelingsmogelijkheden belemmerd voelen. Zonodig zullen we misschien tijdelijk de grenzen versterken tot de 'dreiging' weg is, of we zullen kijken of we de ruimte in een andere richting weer wel kunnen uitbreiden. Het karakter van deze grenzen is open. Het is het gebied waarin we de wisselwerking met de omgeving zoeken om ons zodoende verder te kunnen ontwikkelen.

De meeste mensen hebben een combinatie van grenzen voor zelfbescherming en grenzen voor zelfontplooiing. Zolang hier een goede balans in is, kunnen we ons prima ontwikkelen in een sociale omgeving. Bij veel mensen met bijzondere kwetsbaarheden zien we echter een disbalans, en zien we dat de grenzen voornamelijk bepaald worden door zelfbescherming. Deze grenzen zijn soms zo hoog opgetrokken dat ze ondoordringbaar lijken. De buitenwereld kan niet binnenkomen en de persoon zelf kan er niet meer door naar buiten om zich te ontplooien. Als dit bij de persoon die we begeleider het geval is, betekent respecteren van de grenzen dat we de grens van zelfbescherming moeten zien te verzachten, waardoor de grens van zelfontplooiing een kans kan krijgen.

Over de grens van de ander durven gaan

We kunnen iemand niet leren zich bij ons veilig te voelen als we buiten de opgetrokken verdedigingslinie blijven. We zullen dus moeten proberen over de grens te komen. We doen dit uiteraard niet als een olifant in een porseleinkast, maar heel voorzichtig. Als zowel de fysieke als de psychologische grens ruim getrokken zijn, zullen we eerst moeten proberen in de fysieke ruimte te komen, zonder dat dit bij de ander angst oproept.

Vaak zijn er wel gelegenheden en vaste momenten op de dag waarbij de persoon ons fysiek nabij laat komen als het om een functioneel contact gaat. We kunnen dan proberen langzaam de tijd die we bij hem zijn uit te breiden waardoor onze aanwezigheid niet meer louter functioneel is en daardoor een andere betekenis kan krijgen. Als de persoon ons in zijn fysieke ruimte laat, kunnen we voorzichtig proberen over de psychologische grens te komen. Ook hierbij beginnen we vaak met een neutrale - functionele - activiteiten die we samen doen. Deze activiteit kunnen we kort onderbreken voor het leggen van een dieper contact. We kunnen dit doen met een warmere stem, warm oogcontact of een warme aanraking. Zodra de persoon of jezelf zelf zich in dit contact ongemakkelijk gaat voelen, ga je weer even terug naar de neutrale activiteit om van daaruit weer het uitstapje over de psychologische grens te maken.(zie ook artikel 'binnenkomen') 

Door op voorzichtige en systematische wijze de ander te leren dat hij geen angst voor ons hoeft te hebben en dat het niet erg is om zich kwetsbaar op te stellen, leren we hem zijn defensieve grens zachter te maken en te verleggen. Hierdoor ontstaat bij de ander de ruimte voor het aangaan van een liefdevolle relatie en ook de ruimte om zijn domein voor zelfontplooiing te ontdekken.

 Je eigen grenzen verleggen

Niet alleen de grenzen van de ander kunnen het ontwikkelen van companionship belemmeren; ook de grenzen van de begeleider. Ook hier kan sprake zijn van zowel grenzen voor zelfbescherming als grenzen voor zelfontplooiing. Grenzen voor zelfontplooiing kunnen in het geding zijn als de begeleider het gevoel heeft dat door het appel dat de persoon op hem doet hem belemmert te doen wat hij eigenlijk zou willen doen, of als hij voelt dat zijn eigen kwaliteiten in het contact met de persoon niet tot hun recht kunnen komen. Van een begeleider mag verwacht worden dat hij, als hij zich hiervan bewust is en als het niet dagelijks gebeurt, over deze grenzen heen kan stappen. Als het een terugkomend patroon is, is het belangrijk dat de begeleider zich af gaat vragen of hij een nieuwe balans kan ontwikkelen tussen zijn persoonlijke aspiraties en zijn de mensen op zijn werk.

Moeilijker wordt het als de begeleider in het contact met de persoon tegen zijn eigen grenzen uit zelfbescherming op loopt. Een deel van deze grenzen kan heel terecht zijn, bijvoorbeeld als er een reel risico is dat de persoon de begeleider door agressie schade toe kan brengen. Als dit een rol speelt is het belangrijk met de opbouw van de relatie te beginnen om momenten waarop de kans op agressie het minst is of op momenten waarop er collega's in de buurt zijn die eventueel kunnen ondersteunen.

De grens van de begeleider kan ook bepaald worden door weerstanden die hij voelt door het gedrag of het voorkomen van de persoon. Meestal lossen deze grenzen op door serieus te kijken naar de persoon en naar de feiten, en zich af te vragen of datgene wat de weerstand oproept de persoon verwijtbaar is. De praktijk leert dat dat zelden het geval is en door dat in te zien kan de grens vaak al losgelaten worden.

Soms wordt de grens bepaald door nauwelijks definieerbare negatieve gevoelens ten opzichte van de persoon. Deze gevoelens worden vaak veroorzaakt door eerdere ervaringen met hem of door de wijze waarop ook anderen hem zien en over hem praten. In deze gevallen is het moeilijker om de precieze aanleiding van de grens te zien en ermee te werken. Een goede remedie is dan om een periode lang bewust positieve gevoelens ten opzichte van de persoon bij je zelf op te wekken. Een eenvoudige manier is om aan anderen te vragen (bijvoorbeeld de ouders) waarom ze de persoon zo leuk vinden en hier een lijstje van te maken. Probeer vervolgens regelmatig in gedachten de persoon voor je te zien met deze leuke kwaliteiten.

Het meest lastige is als de grens veroorzaakt wordt door eigen projecties. Soms wordt er door het gedrag of het uiterlijk van een ander iets geraakt dat diep in jezelf ligt. Soms weet je wel wat dit is, maar vaak is het in eerste instantie moeilijk te achterhalen. Ook hier geldt dat als je inzicht hebt in wat er geraakt wordt, het probleem in veel gevallen als vanzelf oplost. Maar soms kan het ook om ernstiger zaken gaan - zoals traumatische herinneringen - die je moeilijk zonder hulp op kunt lossen. Wel kan het je bewust zijn van dit gegeven vaak weer ruimte geven voor het contact met de persoon. Door er rekening mee te houden en toch voorzichtig en op gunstige momenten de relatie met de cliĆ«nt op te bouwen, kan er wellicht iets van jouw pijn geheeld worden. 

De waarde van het verleggen van grenzen

Het bewaken van grenzen is een vermoeiende bezigheid. Het kost energie en het levert niets op. Als je in het contact met anderen je grenzen overeind hebt weten te houden, kan je niet eens zeggen dat je iets gewonnen hebt. Je kan alleen zeggen dat je niet verloren hebt. Een weinig perspectief biedende positie. Als je in staat bent je grenzen te openen voor de ander, kan je wel winnen. Je kan dan vanuit je eigen kracht de relatie met de ander verder ontwikkelen en daar ook je kwaliteiten bij inzetten. Je bent niet meer aan het verdedigen, maar aan het ontwikkelen. Dat levert niet alleen voldoening op, maar ook nieuwe energie. Het is dan ook niet alleen voor de persoon belangrijk dat de begeleider leert zijn grens te verleggen of te openen. Het heeft ook voor de begeleider zelf een belangrijke meerwaarde.

Contactformulier

contact

Aanmelden @bulletin

 

Aanmelden cursus